Algerije beschuldigt Marokko van verbale aanvallen

Aan het einde van de Resolutie van het Europees Parlement op 26 november 2020 over de verslechterende mensenrechtensituatie in Algerije, zei minister Ammar Belhimer van Communicatie en ook woordvoerder van de regering, dat zijn land het onderwerp is geworden van een ononderbroken stroom van verbale agressies die hen vanuit Frankrijk bereiken. In een verklaring aan APS verduidelijkt hij dat deze aanvallen via verschillende kanalen worden gedaan: het Europees Parlement, ngo’s, politieke tussenpersonen, evenals sociale netwerken en influencers uit Parijs.

Volgens de minister is het niet de eerste keer dat lobby’s binnen het Europees Parlement tevergeefs proberen om Algerije vast te pinnen op de lijst van landen met problemen rond mensenrechten en individuele vrijheden door soortgelijke resoluties te bedenken. Na verloop van tijd wordt dit irritant en veroorzaakt het een ’gevoel van déjà vu’. Hij herinnert aan november 2019, toen Algerije druk bezig was met de presidentsverkiezingen om uit de impasse te breken van het voormalige regime en het onderwerp werd van harde en onterechte kritiek van Europarlementariërs die verondersteld worden hun volk te vertegenwoordigen in plaats van te fungeren als ingehuurde kracht.

"Algerije is opnieuw gedagvaard op donderdag 19 november 2020, via een perkament met een zegel van urgentie. Het document in kwestie schetst een donkerder beeld van de situatie van mensenrechten en vrijheden in het land," aldus de woordvoerder van de regering. Achter deze overvloed aan haatzaaiende uitlatingen, de verdeeldheid en de oproepen tot een burgeroorlog, schuilt volgens de minister een actor die vaak over het hoofd wordt gezien. "Dat is NSO, het grootste Israëlische bewakingsbedrijf opgericht in 2010 door Omri Lavie en Shalev Hulio, beiden afgestudeerd aan de beroemde militaire inlichtingendienst 8200 van Israël. Hun spyware Pegasus wordt gebruikt door sommige Arabische regeringen, met name Marokko, die voorstander zijn van normalisatie. Door middel van intimidatie en dreiging brengen zij patriotten op de sociale netwerken in diskrediet", legde hij uit.

"Via het cyberpesten zijn vooral Israëlische en Marokkaanse trollen, met Franse technologische ondersteuning, vastbesloten om het sociale weefsel in Algerije kapot te maken en ons land te destabiliseren", vervolgde hij. "Naast het ’trollen’ en het gebrek aan respect of agressie als manier om zich uit te drukken, neemt het militante cyberpesten en de haatzaaiende uitlatingen vanuit het hele Middellandse Zeegebied, zorgwekkende proporties aan en is ze het duidelijke bewijs geworden van een ondraaglijke inmenging."

Volgens Belhimer is het "duidelijk dat, als Algerije afstand zou hebben gedaan van een deel van haar soevereiniteit, waarvoor ze een zware tol betaalde, door ermee in te stemmen om een stortplaats te worden voor Europese dieselauto’s die een bedreiging zijn geworden voor de Europeaan omdat ze te vervuilend zijn, dergelijke resoluties nooit het daglicht zouden hebben gezien. Het is omdat Algerije vasthoudt aan haar nobele standpunten omwille van rechtvaardige doelen, zoals die van de Sahrawi en de Palestijnen en elke normalisatie met de zionistische staat weigert, dat zij het doelwit is geworden en ook zal blijven van media-aanvallen en de kritiek van huurlingen van allerlei allooi".