Marokko: huiszoekingsbevel bij parlementslid

Parlementslid Abdenbi El Aidoudi lijkt op de vlucht te zijn voor justitie. Hij wordt gezocht voor zijn vermeende betrokkenheid bij een zaak van verkwisting van overheidsgeld. Het parlementslid verscheen niet op een eerdere zitting voor de Kamer voor financiële misdrijven, meldt Assabah. Volgens zijn advocaat was zijn afwezigheid te wijten aan zijn deelname aan een vergadering van de provincieraad van Sidi Kacem, waarvan hij lid is. De rechtbank moest de zitting verdagen tot afgelopen maandag.

Lees ook: Marokko: Kamerlid gearresteerd met 400.000 dirham corruptiegeld

Tijdens deze zitting heeft de tegenpartij voor de rechter bewezen dat de reden voor de afwezigheid vals was, door de rechter een lijst voor te leggen van de leden die aanwezig waren op de buitengewone vergadering van de provincieraad van Sidi Kacem. De rechtbank beschouwde het gedrag van parlementslid Abdenbi El Aidoudi als een vorm van rechtsweigering.

Gevolg hiervan is dat een opsporingsbericht werd uitgevaardigd tegen de verkozen volksvertegenwoordiger. De rechtbank heeft ook de SNRT gelast de beslissing op haar nationale radiozender uit te zenden. Bovendien gelastte de rechter dat de Directie Domeinen van de Staat in kennis zou worden gesteld. Deze moet beslag leggen op de goederen van de verdachte voor de gehele duur van de procedure.

De volgende hoorzitting is gepland op 14 februari. Zeven voormalige leden van de Raad van de gemeente El Haouafat, waarvan Abdenbi El Aidoudi voorzitter was, hebben een klacht tegen het parlementslid ingediend, waarin zij hem ervan beschuldigen voor twee projecten van de gemeente de regels inzake overheidsopdrachten te hebben overtreden, met name omdat de uitgevoerde werkzaamheden niet in overeenstemming waren met het bestek en de technische diensten en de ONEE niet betrokken waren bij het toezicht op de werkzaamheden.

Lees ook: Marokko: politie onderzoekt berichten over vondst 490 miljoen dirham en goud bij Kamerlid

Deze aantijgingen werden door Abdenbi El Aidoudi ontkend. Het parlementslid legde uit dat het eerste contract was gecontroleerd door de Rekenkamer, die geen opmerkingen had gemaakt over het dossier, en dat bij de gunning van het tweede contract, dat betrekking had op vloeibaar afval, alle voorwaarden van het bestek en de relevante wettelijke procedures waren nageleefd.