29 november 2020 - 14:20 - Cultuur
Spotify heeft deze maand nummers van vrouwelijke muzikanten uit het Midden-Oosten opgenomen in hun platform. Spotify wil met het project ’Sawtik’ vrouwen een kans geven in de muziekwereld. De Marokkaanse rapper Khtek en zangeres Nada Azhari nemen deel aan het project.
Zestien vrouwen uit de Arabische wereld krijgen meer exposure voor hun muziek. Woordvoerder van Spotify Midden-Oosten en Afrika, Lynn Fattouh, legt uit dat ze op deze manier vrouwen willen helpen om hun talenten op het platform zichtbaar te maken. De carrière van de vrouwen kan hierdoor echt op gang komen.
Rapper Khtek uit Marokko laat weten blij te zijn met het project. "Sawtik is een unieke kans om miljoenen luisteraars te bereiken," zegt de populaire rapper. Naast Marokko, is de muziek afkomstig uit diverse landen zoals Algerije, Tunesië, Egypte en Palestina. De muziek zal beschikbaar zijn voor een miljoenenpubliek en kan makkelijker worden gedeeld.
De talenten worden door het platform gecoacht in communicatievaardigheden en het creëren van een imago. De Tunesische Latifa Arfaoui gaat de vrouwen hierin begeleiden. Uit een onderzoek van Spotify blijkt dat de 60% van de opkomende vrouwelijke talenten het slachtoffer is van stigmatisering en dat er weinig naar hun muziek wordt geluisterd.
Moulay Ahmed, zoon van Moulay Rachid, tweede troonopvolger van Marokko?
In Frankrijk maakt de wijnstok plaats voor een Marokkaanse boom
Marokkaanse ingenieur ontketent storm over genocide Gaza op Microsoft-event
Marokko traint Malinese dronepiloten, onrust in Algerije
Prinses Kate Middleton zweert bij Marokkaanse olie
Tram komt naar Tanger
The White Lotus naar Marrakech voor nieuw seizoen
Marokkaanse zanger opgepakt na uitdagende liedjes in Tanger
Will Smith en Kid Cudi in Rabat voor megaconcert
Mocro Maffia-acteur Oussama Ahammoud voor de rechter
Dounia Batma terug onder de spotlights
Marokkaanse rapper Najm verovert schermen Times Square
New York in de ban van Koninklijke Marokkaanse Koummya-dolk (video)
Dounia Boutazout stopt ’Lalla Laaroussa’