Spanje: 14 jaar geëist voor moord op Eindhovense kickbokser Oussama Attadlaoui

Oussama Attadlaoui was afkomstig uit Temsamen, een gemeente in de provincie Driouch in Marokko. Hij woonde in Eindhoven waar hij al enkele jaren Muay Thai beoefende en was ook actief in een sportschool in Woensel.

Volgens het OM stak de hoofdverdachte op 27 november 2016 omstreeks 08.00 uur Oussama driemaal met een mes van zo’n 20 centimeter, schrijft het AD. Het incident vond plaats bij een nachtclub in Granada. De Nederlander was zwaar gewond in de borst en buik en overleed aan zijn verwondingen in het ziekenhuis.

Lees ook: Marokkaan vermoord in Spanje, dader wilde alle "Moren" doden

De hoofdverdachte Joaquín R.T. zei tijdens de eerste zitting van de rechtszaak dat hij het slachtoffer wel had gezien op de plaats van het incident, maar verklaart te zijn vertrokken voor de situatie uit de hand liep. "Ik had ook geen wapen bij me", zei hij. Joaquín vertelt dat hij die dag samen met zijn vriend Cristóbal G.H. was. Christobal en drie andere kennissen van Joaquin staan ook terecht voor het toebrengen van lichamelijk letsel aan een compagnon van Oussama. Volgens Joaquin bracht hij die avond door met vrienden in de discotheek. "We verlieten de discotheek zondag omstreeks 07.00 uur of 07.20. Buiten zag ik hoe een kennis een woordenwisseling had met een Moor. Ik zei tegen Cristóbal dat we ons er niet mee moesten bemoeien en trok hem weg. Daarna zijn we naar huis gegaan", aldus Joaquín.

De volgende dag zou Joaquín met zijn broer naar Cristóbal zijn gegaan. Deze toonde hem een app waarin stond dat er de dag voorheen een gevecht was ontstaan met twee ’Moren’. Een van hen zou Joaquin om een sigaret en een vuurtje hebben gevraagd, maar beledigde hem daarna. "Hij noemde me een flikker en sloeg me in het gezicht. Ik greep hem bij zijn middel en we vielen vechtend op de grond." Een politiepatrouille kwam tussenbeide. "Daarna zag ik dat mijn shirt vol bloed zat. Onderzoek wees later uit dat het niet van de overledene was maar godzijdank van diens gewonde metgezel." De officier van justitie verwees naar een ​​eerdere verklaring waarin deze medeverdachte zei dat hij "Joaquín het mes had zien nemen".

De aanklager eiste voor de vier kompanen van de hoofdverdachte anderhalf jaar cel vanwege het ’afranselen’ van de metgezel van de overledene en 14 jaar gevangenisstraf voor de vermeende dader.