Goudse jihadiste Kaoutar S. veroordeeld tot 3,5 jaar cel

Lang voordat Daesh het kalifaat uitriep, was Kaoutar reeds aangetrokken door het streng islamitisch regime. Ze bezocht websites over de jihad in Syrië en chatte met vriendinnen over het thema. Zowel de politie als haar moeder probeerden haar op andere gedachten te brengen, maar dat mocht niet baten. Kaoutar verliet haar gezin in de wijk Oosterwei in 2013 om naar Syrië te reizen. Samen met een andere Nederlandse, ging ze via Duitsland naar het strijdgebied. Ook een nichtje van haar uit Gouda, Ilham B., ging naar Syrië.

Via Facebook had ze haar eerste man leren kennen, een Nederlandse jihadist die op dat moment al in Syrië zat. Hij was in eerste instantie aangesloten bij een aan Al-Qaeda verwante groepering. Later sloten de twee zich aan bij Daesh en verhuisden naar Daesh-gebied in 2014. Kaoutar’s man overleed in 2015, enkele maanden voordat ze van hun zoon zou bevallen. In die periode zou Kaoutar via social media ‘kalifaat-propaganda’ hebben verspreid. Ze postte onder meer foto’s over hoe geweldig het leven in Daesh-gebied was, met het doel andere vrouwen erheen te krijgen.

Nadat de Nederlander omkwam bij een verkeersongeluk, hertrouwde S. twee keer met behulp van het huwelijksbureau van Daesh. Haar tweede man sneuvelde in de strijd en van haar derde man liet ze zich uiteindelijk via een rechtbank van Daesh scheiden. Na de val van het kalifaat belandde S. samen met duizenden andere vrouwen in Koerdische gevangenkampen in Noord-Syrië. Ze wist het kamp te ontvluchten en ging met een smokkelaar naar Turkije. Daar meldde ze zich in 2019 bij de Nederlandse ambassade. Op Schiphol werd ze aangehouden.

De rechter redeneerde dat Kaoutar uit vrije wil in Syrië is gebleven, omdat zij pas probeerde om het land te verlaten toen Daesh alles al kwijt was. Kaoutar moest volgens de rechter ook geweten hebben dat ze met Syriëstrijders trouwde. De rechtbank in Rotterdam veroordeelde haar tot een gevangenisstraf van 3,5 jaar, waarvan ruim een jaar voorwaardelijk. De officier van justitie eiste vier jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk, maar de rechter ging daar niet in mee, onder meer omdat Kaoutar verminderd toerekeningsvatbaar is en een jong kind heeft.