18 april 2021 - 20:00 - Cultuur
Universitair docent en taalonderzoeker Khalid Mourigh onderzoekt het Tamazight en de Marokkaans-Nederlandse straattaal. Hij schreef recent een boek over zijn opa waarmee hij het beeld van de Marokkaanse gastarbeider wil nuanceren. Zijn grootvader Ali vertelde op zijn sterfbed een laatste anekdote uit zijn levensverhaal. Mourigh besloot om zijn verhaal neer te pennen. ’De gast uit het Rifgebergte’ werd een confronterend, maar ook grappig betoog.
Op zijn sterfbed vertelde de opa van Khalid zijn allereerste migratieverhaal. Op 17-jarige leeftijd vertrok hij in 1953 vanuit het Rifgebergte naar Algerije om daar werk te zoeken. Bij de grens tussen Marokko en Algerije moest hij de Moulouya-rivier oversteken, maar hij had geen paspoort. Daarom ging hij mee met een ’grote man’ die mensen tegen betaling op zijn rug naar de overkant bracht. Maar halverwege hield hij stil. ’Je moet me méér betalen’, zei hij tegen de opa van Khalid Mourigh op zijn rug, ’anders laat ik je in het water vallen.’
Mourigh had niet echt de intentie om een boek te schrijven. "Lange tijd heb ik die opnamen niet kunnen beluisteren. Vooral na het overlijden van mijn opa was dat te pijnlijk. Pas toen ik aan het eind van mijn promotietraject zat, dacht ik: laat ik het Berber van mijn opa eens analyseren. Ik merkte dat zijn verhaal indruist tegen het narratief dat ik zelf in mijn hoofd had. Het idee dat gastarbeiders door een uitzendbureau uit Marokko zijn gehaald, bijvoorbeeld. Dat was niet het verhaal van mijn opa. Die is zelf als avonturier naar Europa gegaan. Veel gastarbeiders werkten eerst in Frans-Algerije."
’De gast uit het Rifgebergte’ analyseert enerzijds het bloemrijke Amazigh-taalgebruik, maar ook het rijkgevulde leven van zijn opa die na heel wat omzwervingen in 1964 in Utrecht terecht kwam. Zijn vrouw Fadma en hun vijf kinderen verbleven toen in Marokko terwijl hij zich hier uitsloofde in de fabrieken van Demka Staal, het Provinciaal en Gemeentelijk Utrechts Stroomleveringsbedrijf en de scheepswerf Van der Giessen-de Noord. Hij stuurde hen maandelijks geld op, tot hij de hulp kreeg van een chef op de scheepswerf om zijn familie over te laten komen.
Dit boek is volgen Mourigh van belang omdat er maar weinig literatuur beschikbaar is over gastarbeiders. "Het viel me op dat in die boeken hooguit twee of drie pagina’s worden gewijd aan het dorp waar ze opgroeiden. De gastarbeider wordt als mens pas relevant als hij naar Nederland komt. Het langere verhaal dat gebaseerd is op een compleet leven miste ik. Met dit boek wil ik mijn opa, de gastarbeider, contouren geven: zijn goede en slechte kanten laten zien."
Verder wil Mourigh ook nog andere vooroordelen aan de kaak stellen, zoals de passiviteit. "Gastarbeiders zouden hier naartoe zijn ’gehaald’ om het vieze werk te doen dat de Nederlanders links lieten liggen. De media speelden gretig in op dat beeld. In een bekend televisiefragment zie je een ’arbeidsbureau’ in Marokko dat gastarbeiders werft. Het lijkt verdacht veel op een slavenmarkt. Dat fragment is uit 1969, dat is jaren nadat mijn opa en de meeste Riffijnse gastarbeiders hier waren gearriveerd. Uit onderzoek blijkt dat slechts een minderheid via dit soort wervingsbureaus naar Nederland vertrok, vooral Marokkanen uit de grotere steden zoals Casablanca en Rabat. De meesten zijn, zoals mijn opa, op eigen initiatief gekomen."
Die nuance is volgens Mourigh zeer belangrijk. "Het laat zien dat de eerste gastarbeiders pioniers waren, avonturiers. Ook vóór zijn leven in Europa maakte mijn opa allerlei avonturen mee: hij reisde naar Algerije voor werk, ging in dienst bij het Spaanse leger om de boel vervolgens te saboteren. Naar Nederland gaan was maar één aspect van zijn impulsieve gedrag. Hij is niet als willoos slachtoffer uit een miserabele toestand gered. Zo wordt het vaak voorgesteld: wij Nederlanders hebben jullie gered, en daar moeten jullie dankbaar voor zijn. Mijn opa wás ook dankbaar. Hij kwam uit een land waar hij veel minder kreeg, dus ja, hij was dankbaar. Maar uitbuiting maakt net zo goed deel uit van mijn opa’s leven. Hij werd zwaar onderbetaald. Dat kon gewoon, omdat hij de taal niet sprak en de regels niet kende."
Marokkanen werken tot 14 uur/dag om Valencia op te knappen
Vader wil kinderen ontvoeren naar Marokko, meisje slaat alarm
Spanje wil controle luchtruim Sahara aan Marokko geven
Marokkaanse YouTuber Weld Chinwiya in de cel
Geld Marokkaanse diaspora boost banken, maar niet de economie
Belasting, btw, douane...: wat de begrotingswet 2025 voorziet
Marokkaanse YouTuber Weld Chinwiya in de cel
Rapper Ali B opnieuw voor de rechter
Marokkaanse actrice Souad Saber stopt met acteren
Turkse filmsterren "sterk verbonden" met Marokkaanse kijkers
Marokkaanse zangeres bij "Mooiste gezichten ter wereld"
Acteur Abdel Kader Motaa mag huis niet meer uit van zijn kinderen
Saad Lamjarred en Manal Benchlikha strijden voor award
Tonnano uit Mocro Maffia krijgt eigen serie