Koning Mohammed VI: "Marokkaanse diaspora is bron van trots"

In zijn toespraak ter gelegenheid van de 69ᵉ verjaardag van de Revolutie van de Koning en het Volk, bracht de vorst zaterdag hulde aan de vijf miljoen wereld-Marokkanen en de honderdduizenden Marokkaanse Joden die in het buitenland verblijven. "Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de leden van de Marokkaanse diaspora die in het buitenland wonen te begroeten en om hen te verzekeren van mijn waardering, omdat zij de territoriale integriteit van hun land onbaatzuchtig verdedigen.

Lees ook: Koning Mohammed VI: "Marokko heeft al zijn kinderen in het buitenland nodig"

De monarch wees ook op "de sterke band die hen onverbrekelijk verbindt met hun land van oorsprong, hun gehechtheid aan de heilige symbolen en aan hun vastberaden inzet om de hogere belangen van hun land te verdedigen, ongeacht de problemen en moeilijkheden waarmee zij worden geconfronteerd. Daarom wenst de vorst dat de Marokkaanse diaspora meer betrokken wordt bij het ontwikkelingsproces van Marokko. "De Marokkaanse gemeenschap in het buitenland staat namelijk bekend om haar profielen van wereldklasse op verschillende domeinen: wetenschappelijk, economisch, politiek, cultureel, sportief en andere. Deze mensen zijn een bron van trots voor Marokko en voor alle Marokkanen", aldus Koning Mohammed VI.

Lees ook: Toespraak Koning Mohammed VI op 20 augustus 2022 (video)

Om dit waar te kunnen maken, heeft Koning Mohammed VI opgeroepen tot de oprichting van een speciaal mechanisme met als doel de Marokkaanse vaardigheden en talenten in het buitenland te begeleiden en hun initiatieven en projecten te ondersteunen. Ook nodigde hij overheidsinstellingen, de nationale financiële sector en het bedrijfsleven uit, om zich meer open te stellen voor investeerders onder de leden van de Marokkaanse diaspora. "De tijd is gekomen om deze gemeenschap de nodige steun, middelen en voorwaarden te bieden om het beste van zichzelf te geven, in het belang van het land en van zijn ontwikkeling." Hij benadrukte ook de noodzaak om een "structurele relatie tot stand te brengen met Marokkaanse bevoegdheden in het buitenland en met joodse Marokkanen", aldus de vorst.