Marokkaanse Koninklijke familie wint juridische strijd om Nadorcott-mandarijnen

Er is een einde gekomen aan de lange juridische strijd tussen het bedrijf Nador Cott Protection, eigendom van de Marokkaanse koninklijke familie, en het Spaanse landbouwbedrijf José Cánovas Pardo, eigendom van een boer uit Murcia. Het laatstgenoemde bedrijf verbouwde Nadorcott-mandarijnen zonder toestemming van het Marokkaanse koninklijke bedrijf. In 2006 begon José Cánovas Pardo met het verbouwen van de Marokkaanse mandarijnen in de stad Alhama de Murcia. In 2008 stuurde het bedrijf dat toezicht houdt op de teelt van de Nadorcott-mandarijnen, Gestión de Licencias Vegetales (Geslive), berichten naar de Spaanse teler om te stoppen met het verbouwen van deze soort mandarijnen.

De vereniging Variedades Vegetales Protegidas, die ook de rechten van Nadorcott beheert, is in 2011 een procedure begonnen tegen het Spaanse landbouwbedrijf. Ze werden aangeklaagd voor het schenden van de rechten van Nador Cott Protection van 1996 tot 2006. Ook werd er een compensatie geëist van 35.000 euro. Dit verzoek werd echter afgewezen door de rechtbank van eerste aanleg omdat de klager pas sinds oktober 2007 op de hoogte was van de rechtenschending en dat er voor een dergelijke overtreding een verjaringstermijn geldt van drie jaar. Daardoor was het niet mogelijk om de Spaanse mandarijnenteler aan te klagen voor een overtreding vanaf 1996.

Bij het provinciale gerechtshof van Murcia had Variedades Vegetales Protegidas meer succes. Het Spaanse landbouwbedrijf wendde zich daarna weer tot het Hooggerechtshof om alsnog aan sancties te ontkomen. Deze rechtbank besloot vervolgens om de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.