Marokkaan opent ’Frituur d’Anvers’ midden in coronacrisis

Van bij de eerste openingsdag trok de nieuwe frituur d’Anvers meteen veel volk. "Er mogen maar vier mensen binnen. De andere klanten moeten buiten wachten, maar er is wel een koffietje voor wie dat wil", zegt de 44-jarige Oesem Ajaha in Het Nieuwsblad. Hij groeide op in dezelfde buurt en bouwde sinds zijn twaalfde heel wat ervaring op in de horeca. "Dit is alleen voor de durvers, dat klopt. Maar ik ben al 24 jaar zelfstandige. Ik ken het klappen van de zweep wel."

De langdurige werken aan de Plantin en Moretuslei veroorzaakten bijna een jaar vertraging waardoor verder kon worden gewerkt aan het concept: een tikje speciaal, maar toch een echte Belgisch frituur. "Als ze mij een Döner Kebab vragen? Sorry, dat is een paar straten verder."

"Ik bak alles in palmvet", vertelt Ajaha in hetzelfde blad. "Rundsvet ruikt niet aangenaam én je sluit vegetariërs uit. Het stoofvlees is vers, de tartaar ook. Maar nog belangrijker: ik wéét hoe je frieten moet bakken. Dat is een proces van jaren en kan je alleen leren door ervaring. De voorbak 4,5 minuten tussen 137 graden en 143 graden. Maar voor je aan de afbak begint: kijk naar je frieten. Welke kleur hebben ze? Want soms komen de aardappelen wat natter binnen. We hebben speciaal een timer voor de snacks, zodat de focus op de frieten kan blijven. Soms moet je de temperatuur dan wat bijstellen. De afbak is meestal anderhalve minuut tussen 176 en 196 graden. Dan pas worden ze goudkleurig en krokant. En dat is toch altijd het beste voor meeneemfrietjes, hé."