Marokkaanse seizoenarbeiders slachtoffer crisis Marokko Spanje

Verwacht werd dat zo’n 20.000 Marokkaanse seizoenarbeiders naar Spanje zouden reizen om op de landbouwvelden te werken. Maar door het diplomatieke conflict tussen beide landen zullen deze arbeiders verstoken blijven van deze jaarlijkse reis die hen in staat stelt hun diensten op het veld aan te bieden. In een verklaring zei de voorzitter Pedro Barato, van de vereniging van jonge landbouwers (Asaja), dat de belangrijkste Spaanse landbouworganisaties blij zijn met de overeenkomst die tussen Honduras en Spanje is bereikt. Het delen van soortgelijke gebruiken en dezelfde taal maakt veel dingen makkelijker. Hij verzekerde dat het een "belangrijke en positieve" overeenkomst was, waar zij "tevreden mee zijn" omdat zij "geen andere uitweg" hebben.

De Commissie Arbeidsstromen, waarin de belangrijkste landbouwvakbonden en -verenigingen zitten, dringt al een jaar aan op deze overeenkomst om de indienstneming aan de bron met Honduras te vergemakkelijken. Het diplomatieke conflict met Marokko "heeft het proces versneld". Asaja dringt erop aan dat verder gewerkt wordt aan "het sluiten van overeenkomsten met andere landen in de Maghreb, Amerika en Azië". Pedro Barato vraagt ook dat de landen van herkomst "medeverantwoordelijk zijn" voor de kosten, "die niet alleen voor rekening van de werkgevers kunnen komen".

Hoewel een deel van de arbeidskrachten uit Honduras zal komen, meent Asaja dat het conflict met Marokko "gevolgen zal hebben" voor het Spaanse platteland, althans totdat de boeren zich kunnen reorganiseren. Ook hekelde hij het feit dat "er in Spanje geen gebrek aan arbeidskrachten is. Wat ontbreekt is de wil om te werken" en hij betreurde het feit dat "met drie en een half miljoen werklozen er mensen zijn die liever een subsidie of steun ontvangen dan op het veld te werken".