Mohamed Abrini bezocht "jeugdvriend" Abaaoud in Syrië

In de box wordt de 37-jarige Belgische Marokkaan, die bekend staat als de "de man met het hoedje" van de aanslagen in Brussel in 2016, bestookt met vragen door de voorzitter van het bijzonder hof van assisen, Jean-Louis Peries. Hij wilde weten wat hij in Syrië deed en wat zijn werkelijke visie is op de religie, de jihad en Daesh. Abrini antwoordde uiteindelijk dat hij naar Syrië ging om het graf van zijn "kleine broer" Souleymane te bezoeken. Deze laatste werd in september 2014 in Syrië gedood. Souleymane was daar om te strijden naast Abdelhamid Abaaoud, die de toekomstige operationele leider zou worden van de commando’s van 13 november.

Lees ook: Verdachten aanslagen Brussel naar assisenhof

De 37-jarige Belgische Marokkaan verbleef in 2015 naar eigen zeggen in Raqqa in een appartement dat hij met Najim Laachraoui deelde, de springstofspecialist van Daesh. Abrini zegt bijna geen contact te hebben gehad met Laachraoui, die overleed tijdens de terreuraanslagen van Brussel. Hij gaf wel toe dat hij in Raqqa Abdelhamid Abaaoud ontmoette en noemt deze "een jeugdvriend". "Hij stelde me voor om me bij Daesh aan te sluiten, maar ik heb geweigerd", verklaarde Abrini volgens Het Nieuwsblad.

Lees ook: Belgische Marokkaan is brein achter aanslagen Parijs en Brussel

Abaaoud vroeg Abrini wel om een bedrag van 3000 pond in Engeland op te halen. Abrini reisde op 9 juli naar Birmingham om dat te doen. Daar bracht hij ook een bezoek aan Manchester, waar hij foto’s maakte van het Old Trafford-stadion. "Een verkenning voor een geplande aanslag?", vroeg het assisenhof. "Dat is te kort door de bocht. In zo’n dossiers wordt altijd het ergste verondersteld", antwoordde hij geërgerd. Abrini maakte daarna een omweg langs Parijs, volgens hem om een werkstraf te ontwijken in België. Hij wilde ook niet antwoorden op de vraag waarvoor het geld uit Birmingham diende. Eerder gaf Abrini daar verschillende versies over en woensdag zei hij dat hij het geld voor zichzelf heeft gehouden. "Als u wil weten of het geld voor de aanslagen heeft gediend, is het antwoord nee."