Mohamed Abrini geeft eigen versie aanslag Zaventem

Enkele weken voor het begin van het proces in oktober over de aanslagen in Brussel gaf Mohamed Abrini, de "man met de pet", zijn versie. Tijdens zijn verhoor zei hij dat hij op 21 maart had gehoord dat een groep een "aanslag" zou plegen in Zaventem en dat hij zich had geschoren om niet herkend te worden, meldt La Dernière Heure. Voor hem begon de dag om 6.45 uur. Hij en de andere verdachten maakten zich klaar. Ze namen een taxi naar het vliegveld. Daar dronken ze wat in de Délifrance, vertelt Mohamed Abrini, want ze hadden net politieagenten gezien bij Starbucks.

Lees ook: Salah Abdeslam en Mohamed Abrini aan België uitgeleverd

"Ik had een koffie, Ibrahim een fles water en Najim nam niets. We zijn gaan zitten. Toen zette Najim de bommen op scherp. De karretjes stonden vlak naast ons," legde hij uit. Hij verklaarde dat hij in paniek raakte kort na het scherp stellen van de bommen. "Toen de bommen werden geactiveerd raakte ik in paniek. Dit is normaal, want het is onstabiel en gevaarlijk. [...] Ik herinner me ook dat ik Najim aan tafel vroeg of hij de nummers had onthouden. Hij vertelde me dat 17 voor de Verenigde Staten was, 15 voor Rusland en 5 of 7 voor Israël.

We richtten ons op de reizigers naar die landen. "Ik moest eerst in de Amerikaanse rij aansluiten. Ik vertelde Najim toen dat ik hem niet kon volgen. Ibrahim zei me dat hij eerst zou gaan en drukte op de knop". In totaal werden elf mensen ter plaatse gedood. De tweede bom moest nog tot ontploffing worden gebracht. "Ik was echt bang, nog banger dan de anderen, omdat ik wist dat er een tweede explosie zou volgen. En er zaten spijkers in die bommen. Ik was in paniek omdat ik bang was dat de spijkers de bom zouden doen ontploffen," zei hij.

Lees ook: Advocaten Mohamed Abrini vragen 30 jaar cel in plaats van levenslang

Abrini claimt dat hij niet in staat was zijn bom onschadelijk te maken. "Ik wilde zelfs wegrennen van de explosies, maar ik kon het niet. Je kunt niet met deze mensen praten, je kunt ze niet vragen om met rust gelaten te worden. In de situatie waarin ik me bevond, was het onmogelijk om iemand te vertellen wat er ging gebeuren. Dat moet je begrijpen," zei de man die tot levenslang werd veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Parijs.