Rotterdamse Mohamed verdacht van miljoenenfraude bij UWV

In juni 2021 moest de 33-jarige Mohamed A. ook al voor de rechter verschijnen. Hij werd toen veroordeeld voor het regelen van valse verblijfsvergunningen bij de IND en kreeg een taakstraf van 150 uur. Na zijn ontslag solliciteerde hij bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) waar hij in februari 2020 aan de slag ging. Hij was toen nog niet veroordeeld, maar zou als verdachte de vereiste Verklaring Omtrent het Gedrag waarschijnlijk niet hebben verkregen. Maar woensdag bleek dat hij dit document niet eens had moeten aanleveren. "Waarschijnlijk is niet opgemerkt dat de VOG er niet tussen zat. Ik zag het als een nieuwe kans om met een schone lei te beginnen", aldus de verdachte, geciteerd door de Provinciale Zeeuwse Courant.

Lees ook: Rotterdamse Tahir waste miljoenen aan zwart geld in Dubai

Bij het UWV had hij het beoordelen en regelen van transitievergoedingen voor langdurig zieken als taak. Per aanvraag kan zo’n vergoeding oplopen tot meer dan 80.000 euro. Mohamed A. zocht werknemers van wie al een compleet dossier bestond. Vervolgens voerde hij die persoon voor de tweede keer op bij een ander bedrijf, waar zij helemaal niet werkten. Het UWV ontdekte op 8 december 2020 dat hij 43 valse aanvragen had ingediend, waarbij in totaal ruim 1,8 miljoen euro was uitgekeerd.

Lees ook: Discriminerend algoritme: Marokkaanse ten onrechte van fraude beschuldigd in Nederland

Aanvankelijk ontkende hij de feiten, maar na een half jaar is Mohamed A. overgegaan tot een bekentenis. A. claimt dat hij bedreigd werd door criminelen. "Net als eerder bij de IND. Ik moest zorgen dat er uiteindelijk geld werd overgemaakt. Het moest gewoon gebeuren. Het was overleven en hopen dat het stopt." Het OM heeft het moeilijk met dit afpersingsverhaal. "Er is geen begin van aannemelijkheid dat die dreiging bestaat. Dat verhaal heeft hij destijds in de andere zaak ook verteld. Toen werd het geloofd door de rechters, nu gaat die vlieger niet meer op." Justitie eist een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een beroepsverbod bij de overheid van vijf jaar. Een uitspraak in deze zaak wordt verwacht op woensdag 3 mei.