Smara: Marokko waarschuwt, "aanvallen zullen niet onbestraft blijven"

"Inderdaad, zoals eerder aangegeven, vonden er vier explosies plaats in de nacht van zaterdag op zondag in de spirituele stad van de Sahara. Direct na deze explosies rond middernacht, werd de Minurso geïnformeerd. Haar leden hebben vastgesteld dat de explosies plaatsvonden in burgerwijken en in burgerhuizen, resulterend in een dode en meerdere gewonde burgers," zei Omar Hilale. Hij voegde eraan toe dat de leden van de Minurso een rapport zullen opstellen en dat de Veiligheidsraad op de hoogte zal worden gebracht. "De Marokkaanse autoriteiten hebben op hun beurt een onderzoek geopend, toevertrouwd aan de gerechtelijke politie, om de wetenschappelijke en ballistische details van de explosies te verifiëren of te identificeren," vervolgde de Marokkaanse diplomaat.

Lees ook: Hamza Jeaifri, gedood door Polisario-aanval in Smara

In een verklaring op de avond van 29 oktober meldde het Polisario "op zondag vijandige troepen in de regio’s Mahbès, Es-Semara en Farsia te hebben aangevallen." "Op dit moment zijn we in de onderzoeksfase, verzamelen we informatie en wijzen we niemand aan. Omdat we wachten op de resultaten van dit onderzoek. Dan zullen we handelen," zei Omar Hilale, maar hij benadrukte dat "er een reeks overtuigende aanwijzingen zijn die bijna allemaal in één richting wijzen", met name de separatistische beweging.

Lees ook: Polisario bevestigt betrokkenheid bij aanvallen in Zuid-Marokko (Smara)

Volgens de vaste vertegenwoordiger van Marokko bij de Verenigde Naties zullen de explosies niet onbestraft blijven. "In afwachting van de onderzoeksresultaten weten we dat het internationaal recht, het internationaal humanitair recht en de resoluties van de Veiligheidsraad elke aanval gericht op burgers kwalificeren als een terroristische- en oorlogsdaad. Deze explosies zullen niet onbestraft blijven. De verantwoordelijken zullen hun juridische en politieke verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar ook degenen die hen bevoorraden en steunen," zei hij, waarbij hij de aanval op Es-Semara bestempelde als een "verachtelijke daad" en een "verwerpelijke terroristische daad."