Spanje laat Marokkaanse vervoerders steeds vaker "brandstoffranchise" betalen

De zogenoemde "brandstoffranchise" wordt steeds vaker in rekening gebracht sinds Marokko in 2019 maatregelen heeft ingevoerd om de smokkel van goederen vanuit de Spaanse enclaves Sebta en Mellila tegen te gaan, zo meldt Rachid Tahiri, vicevoorzitter van de Federatie van Transport en Logistiek. Historisch gezien voert Spanje de handhaving van deze wet op als de spanningen tussen de twee landen hoger oplopen, zoals dat ook het afgelopen jaar het geval is geweest.

Naast vrachtwagens worden ook schepen steeds vaker gecontroleerd op de inhoud van hun dieseltank. Schepen die vanuit Tanger Med aankomen in de haven van Algeciras kunnen steeds vaker rekenen op een controle die met veel machtsvertoon wordt uitgevoerd. De opgelegde boetes bij overtreding van de wet liggen tussen de 200 en 700 euro, meldt Le360.

Spanje heeft de afgelopen 28 jaar een aanzienlijk bedrag verdiend aan de geïnde brandstoffranchise en zijn de inkomsten hiervan onmisbaar geworden voor de Spaanse staatskas. Volgens Driss Bernoussi, voorzitter van de Marokkaanse Vereniging van Intercontinentale Wegtransporteurs (AMTRI), is dit schadelijk voor de concurrentiepositie van Marokko.

Het andere financiële voordeel voor Spanje is de btw die het in rekening brengt wanneer Marokkaanse vervoerders genoodzaakt zijn om te tanken om hun vracht op de Spaanse bestemming te krijgen. Anders dan in Frankrijk is het onmogelijk om vrijgesteld te worden van deze belasting, die in Spanje 21 procent bedraagt.

Volgens Le360 is deze maatregel niet zonder gevolgen op economisch vlak, met name op de betalingsbalans. Volgens de president van AMTRI levert deze maatregel het buurland zo’n 149 miljoen euro op, wat overeenkomt met ongeveer 1,6 miljard dirham.