Vrijspraak in zicht voor chirurg Hassan Tazi?

Advocate Fatima Zahra Ibrahimi haalde tijdens haar betoog fel uit naar het openbaar ministerie. Ze stelde dat Dr. Tazi ten onrechte wordt vervolgd enkel omdat hij de eigenaar is van de kliniek. "Hij is niet verantwoordelijk voor de daden van anderen, noch voor de wettelijke handelingen van de gespecialiseerde artsen en het personeel", benadrukte ze. Ibrahimi wees erop dat de tarieven van de kliniek conform de wet.

Lees ook: Getuigenis zorgt voor controverse in zaak Hassan Tazi

De advocate voerde aan dat diverse getuigen zich in een kritieke toestand bevonden toen ze in de kliniek aankwamen. "Ze ontkennen pertinent dat ze Dr. Tazi kenden of met hem gehandeld hebben", aldus Ibrahimi. Ze verwees ook naar de getuigenis van een vrouw die beweert dat ze tegen haar wil in de kliniek werd vastgehouden. Ibrahimi stelde dat de vrouw in kwestie een spoedkeizersnede onderging en dat haar baby de nodige medische zorg ontving. De vrouw bleef in de kliniek om te leren borstvoeding te geven. "Kan men dit als opsluiting beschouwen, terwijl ze in een kamer in de kliniek verbleef?", vroeg de advocate zich af.

Ibrahimi bracht ook 32 getuigen ter sprake, waaronder 6 weldoeners die in totaal 52.000 dirham stortten op de rekening van de kliniek. Ze verzekerde dat er voor alle stortingen bewijsstukken bestaan. "Is het voorstelbaar dat Dr. Tazi op basis van dit bedrag voor mensenhandel wordt vervolgd?", voegde ze eraan toe.

Lees ook: Zware strafeisen in zaak tegen plastisch chirurg Hassan Tazi

De advocate pleitte eveneens voor de vrijspraak van Mounia, de echtgenote van Dr. Tazi. Ze stelde dat er geen bewijs is dat ze betrokken was bij de misdaden waarvoor Dr. Hassan Tazi wordt vervolgd. "Mounia heeft geen banden met de kliniek, wat bevestigd wordt door alle personeelsleden en getuigen", aldus Ibrahimi. Ze wees erop dat de getuigenis van een van de medeverdachten, die beweert dat Mounia instructies gaf over een commissie van 20%, onvoldoende is om haar te veroordelen.

De zaak is uitgesteld tot 8 maart om de verdediging de kans te geven hun pleidooi af te ronden.