Gehaktflapjes

Verwarm een beetje olie in een pan op een zacht vuurtje en fruit daarin de ajuin en het gehakt. Bestrooi met peper en zout en roer met een houten lepel. Voeg het water toe en laat koken tot het vocht verdampt is. Roer de fijngehakte peterselie erin door.

Vouw de hoeken van de deegvellen over zodat je een vierkant deegvelletje hebt. Leg anderhalve soeplepel gehaktmengsel op het deegvierkantje met wat kappertjes. Maak een putje in het midden van het gehakt.

Breek een ei en doe dit in het kuiltje zonder het eigeel te breken, bestrooi met peper en zout en vouw het deegvierkantje in twee, zodat je een driehoek verkrijgt. Druk de zijkanten aan met een vork, opdat deze niet zouden open komen tijdens het bakken.

Bak de flappen voorzichtig in een koekenpan in hete olie. Druk met een houten spatel op de randen om te vermijden dat de flappen alsnog opengaan tijdens het bakken. Giet wat hete olie over de bovenkant van de flap en draai de flap om zodat ook de andere zijde goudbruin kleurt.

Leg de flappen op een keukenpapier om uit te lekken, dien warm op.