4 mei 2020 - 12:40 - Marokkanen in het buitenland
Hassan Abdelli verloor in de afgelopen weken zijn vader, moeder en oom aan de gevolgen van het coronavirus. Zeven andere familieleden liggen in het ziekenhuis. Zijn jonge broer mocht nog maar pas de intensive care verlaten. Hassan vertelde aan RTL Nieuws hoe zijn leven in enkele dagen een hel werd. Een aangrijpend verhaal.
"De klap voor mij is zo groot, en dan moet de man met de hamer nog langskomen. Het is niet te bevatten, maar het is toch zo: ik ben mijn vader M’hamed (76), moeder Tamimount (69) en oom Ahmed (80) verloren. Ze zijn binnen negen dagen, na elkaar, overleden aan het coronavirus.
Tegelijkertijd werden nog zeven familieleden opgenomen in het ziekenhuis, onder wie mijn broertje Sadik die net de intensive care heeft verlaten. We zijn heel hard getroffen.
Ik zal proberen uit te leggen hoe het allemaal is gegaan. Sorry als ik te veel praat, maar praten helpt.
Eind februari zijn mijn ouders, samen met mijn oom en tante, op bedevaart gegaan naar Mekka. Ze vonden het prachtig daar, maar uiteindelijk moesten ze halsoverkop het land uit, omdat de regering het vliegverkeer zou platleggen vanwege corona. Mijn broertje Ali regelde snel nieuwe vliegtickets en op 15 maart zijn mijn ouders, met een tussenstop in Istanbul, samen met mijn oom en tante weer veilig thuisgekomen.
De volgende dag organiseerden ze een etentje voor de familie, omdat ze zo blij waren om weer thuis te zijn. Met zes kinderen en veel neven en nichten hebben we een grote familie, veel van hen waren hierbij. We hebben die avond lekker gegeten en nog heel hard gelachen, iedereen was vrolijk en om één uur ’s nachts ging de laatste naar huis.
Die dinsdag begon mijn moeder zich zwak te voelen Ze had geen koorts en was niet kortademig, maar ze had gewoonweg geen zin meer om iets te eten of te drinken. Ik wilde haar een kus op haar voorhoofd geven, maar toen zei ze: ’Nee, doe maar niet, misschien heb ik wel corona of steek ik je aan omdat ik grieperig ben.’
Na een paar dagen, toen het steeds wat slechter met haar ging, hebben we de dokter gebeld en die besloot dat mijn moeder naar het ziekenhuis moest. Ik zou haar samen met mijn broertje brengen. Pa keek trots vanuit zijn balkon naar ons en stak nog een duim op. Het zou allemaal wel goed komen, dachten we. Dat dit het laatste moment was dat mijn vader en moeder elkaar zouden zien, had niemand voor mogelijk gehouden.
In het ziekenhuis werd mijn moeder getest en ze bleek inderdaad besmet te zijn met het virus. Ze moest in het ziekenhuis blijven om aan te sterken. Maar de volgende dag werd ze opeens naar de intensive care gebracht. Huh? Gisteren liep ze zelf het ziekenhuis in, en nu kan ze niets meer zelf? Ik begreep het niet. Maar ze zou in goede handen zijn, verzekerden de artsen ons.
De volgende dag zijn we naar mijn vader gegaan om te kijken hoe het met hem ging. Hij had het steeds zo koud, zei hij. Hij bleek koorts te hebben en de dokter vond het daarom verstandiger om ook mijn vader naar het ziekenhuis te brengen. Hij zei opeens: ’Luister goede, lieve zoons. Laat niemand tussen jullie en de rest van de broers en zussen komen, blijf voor altijd aan elkaar verbonden. Ik ga zo naar het ziekenhuis en je weet nooit hoe dit gaat aflopen.
En let op, er zal nooit iemand naar jou toekomen vanwege een schuld. Ik heb bij niemand schulden, oké?’ Ik riep: ’Doe normaal joh! Er komt nog een offerfeest aan, denk je dat ik die schapen zelf ga pakken? Dat ga jij doen hoor.’ We lachten en hij liep zelf, zo fit als hij nog was, naar de ambulance toe.
Ik keek naar hem en dacht: Als iemand gezond is, dan is het mijn vader wel. Het is zo’n sterke man. Ja, ook dit komt wel goed."
"Er was geen tijd voor rouw, we konden alleen maar rennen."
"De dagen die volgden ben ik elke dag in het ziekenhuis geweest. Mijn vader lag op de gewone corona-afdeling en vanwege de moeilijke situatie mocht ik komen wanneer ik wilde, het ziekenhuispersoneel vond dat dat het minste was wat ze voor mij konden doen. Ik vond het zo erg dat mijn ouders elkaar niet konden zien, terwijl ze in hetzelfde ziekenhuis lagen. Mijn moeder lag op de begane grond, mijn vader op de derde verdieping.
Op 30 maart heb ik vier uur aan mijn vaders bed gezeten. We hebben nog gekletst en ik zou wat broodjes voor hem gaan halen. Ik nam afscheid, maar met de kennis dat ik zo weer bij hem terug zou zijn. Thuis werd ik plotseling gebeld door het ziekenhuis: mijn vader was overleden. Ik ben er gelijk heen gegaan, omdat ik het niet geloofde, maar het was echt waar. Mijn vader was heengegaan, op dezelfde dag als dat mijn broertje in 2017 is overleden aan MS. Hoe toevallig.
We hebben zijn uitvaart zo goed mogelijk verzorgd en hij is twee dagen later in Almere begraven. Ik moest gelijk weer door. Ik moest me gaan concentreren op mijn andere familieleden, want in de tussentijd lag ook mijn oom Ahmed Habbou op de intensive care en waren er nog zeven andere familieleden opgenomen in twee verschillende ziekenhuizen. Zij lagen allemaal aan het zuurstof. In welke hel was ik beland?
Drie dagen later kregen we het verdrietige bericht dat ook mijn oom was overleden. Echt, hoe kon dit? Ik begreep er niets van. Op dat moment hebben we ook zijn begrafenis moeten regelen. Er was geen tijd voor rouw, we konden alleen maar rennen.
We hebben ook mijn oom in Almere begraven. Een geweldige, hardwerkende man die meer dan 40 jaar bij de medicijnenfabriek in Utrecht werkte. Hij had het hart op de goede plek zitten. Als je ergens mee zat kon je altijd bij hem terecht...
Het hield helaas niet op met de telefoontjes. Diezelfde dag kregen we weer een belletje vanuit het ziekenhuis. ’Je moet nu met spoed komen, het gaat niet goed met je moeder.’
Mijn broertje en ik reden zo snel als kon naar het ziekenhuis en mochten in beschermende kleding de intensive care op. Mijn moeder zou het niet redden, er was geen vooruitzicht meer. Ik vroeg hoe lang ze nog zou hebben, de wonderen zijn de wereld immers nog niet uit. ’Een uur’, zei de arts. ’Jullie mogen tot die tijd bij haar blijven.’
Ik hield haar rechterhand vast, mijn broertje haar linker. Ik heb in haar oor gefluisterd dat ik door haar een fantastisch leven heb gehad. Ik heb haar bedankt voor het leven wat ze ons heeft gegeven, in de hoop dat ze het hoorde. Haar vingers werden koud en ik voelde dat ze ging. Op 9 april is ook zij overleden. We hebben haar de volgende dag gewassen en het was onbeschrijfelijk hoe ze in de kist lag: zo mooi en vredig. Ze zag er zo jong en prachtig uit.
Het enige lichtpuntje dat ik nu nog heb, is het feit dat mijn ouders en mijn oom vanwege de coronamaatregelen zijn begraven in Nederland. Zo kan ik er tenminste nog elke dag naar toe. Hadden ze fantastisch gevonden trouwens, dat ze hier kwamen te liggen. Ze hielden van dit land, dit was hun tweede thuis.
Mijn vader kwam in 1969 voor het eerst naar Nederland. Hij was jong, werkte hard hier, en kreeg drie jaar later een verblijfsvergunning via de werkgever. Een aantal jaar later kwamen wij, samen met onze moeder. Mijn vader heeft daarna zo veel baantjes gehad: op het land appels plukken, in de patatzaak, in de schoonmaakbranche. Ondanks dat hij nooit veel heeft verdiend, zijn we nooit iets tekort gekomen. De laatste 25 jaar van zijn leven zat hij in het bestuur van de moskee in Utrecht. Zó veel mensen kenden mijn vader. Zelfs de burgemeester heeft hem vaak ontmoet.
Ik heb zijn voeten een keer gekust om hem te bedanken voor het feit dat hij naar Nederland is gegaan en dat wij in Nederland konden opgroeien. Dat we hier de kans hebben gekregen om naar school te gaan. Ik ben door die kansen, en door de opvoeding van mijn ouders, geworden tot wie ik nu ben. Het waren geweldige ouders, je voelde je veilig en thuis bij hen. En ze hielden zo veel van elkaar, dat straalden ze ook uit, iets wat je niet altijd ziet in de Marokkaanse cultuur.
Net reed ik nog even langs het huis van mijn ouders, waar ik elke dag op de koffie ging. Er viel een traan over mijn wangen. Het huis is nu leeg, compleet gestript. Wat is dit toch snel gegaan, één groot drama waar ik nog steeds niets van begrijp.
Eén ding weet ik wel zeker: wat zullen we mijn ouders en onze lieve oom ontzettend gaan missen."
Geen Marokkaanse olijfolie in wereldtop 100
Ryanair vliegt naar Dakhla: Algerije boos
Doden bij crash vliegtuig Marokkaanse luchtmacht
Rat valt letterlijk op hoofd Marokkaanse politicus tijdens radio-interview
Oorlog of niet, handel Marokko-Israël bloeit op
Iran wil banden met Marokko herstellen
Geld Marokkaanse diaspora boost banken, maar niet de economie
Marokkaanse diaspora levert grote bijdrage, maar voelt zich uitgesloten
Marokko zoekt naar talent bij Marokkaanse diaspora
Tarifa-Tanger: elektrische veerboten voor Marokkaanse diaspora
Marokkanen in buitenland moeten rechtsomkeer maken
"Ik heb de koning geschreven om niet op straat te belanden": noodkreet Marokkaans gezin in Antwerpen
Overheidssteun voor woning populair bij Marokkaanse diaspora
Ministers naar Europa om Marokkaanse diaspora te overtuigen