Israëli’s eisen schadevergoeding voor rellen in 1948 in Oujda en Jerada

Honderden nakomelingen van de Joden die bij de rellen in 1948 zijn omgekomen hebben een petitie ondertekend waarmee ze eisen dat Marokko de moord op hun voorouders bestempelt als terroristische daden. De bedoeling van de petitie is vooral om de nagedachtenis van de slachtoffers te eren. Eén van de ondertekenaars is Abraham Cohen. Bij de rellen werden 17 van zijn familieleden vermoord, meldt de krant Israel Hayom.

De oprichting van de staat Israël, op 14 mei 1948, leidde tot veel enthousiasme bij de joodse gemeenschap in Marokko. Voor velen van hen was het aantrekkelijk om naar het nieuwe land te verhuizen. Het Marokkaanse volk was fel gekant tegen de oprichting van de staat en Koning Mohammed V was tegen de massale uittocht van zijn Joodse onderdanen.

De weerstand tegen het uitroepen van de staat Israël leidde tot een landelijke staking in Marokko. Op 7 juni 1948 besloten moslims die voor Joodse werkgevers werkten, het werk neer te leggen. Na een woordenwisseling en een steekpartij waarbij een Joodse Marokkaan een moslim had neergestoken in Oujda, braken er rellen uit in de noordoostelijke stad, evenals in Jerada. In Oujda werden vijf Joden vermoord en in Jerada vonden 37 Joodse onderdanen de dood. Onder hen waren Rabbi Moshe Cohen en zijn gezin.