Marokkaanse eigenaren zwaarder belast in Spanje

De klacht, ingediend door advocaat Alejandro del Campo en ontvankelijk bevonden, hekelt een ongelijke behandeling van niet-ingezetenen, met name die van buiten de Europese Unie, die zou zijn toegenomen met de Woningwet van 2023.

Lees ook: Spanje wil belasting van 100% voor huizenkopers uit Marokko

Het geschil draait om de inkomstenbelasting voor niet-ingezetenen. In tegenstelling tot ingezetenen en EU-burgers kunnen niet-EU-eigenaren bepaalde kosten (VvE-bijdrage, onroerendgoedbelasting IBI, hypotheekrente, afschrijving) niet aftrekken en wordt op hun huurinkomsten een tarief van 24% toegepast, tegenover 19% voor EU-burgers.

Een eerdere klacht in 2018 werd afgewezen door de Commissie, die zich beriep op beperkingen van vóór 1994. De advocaat heeft de zaak aanhangig gemaakt bij de Spaanse Nationale Rechtbank en eist de aftrekbaarheid van kosten, het tarief van 19% en toegang tot belastingvoordelen voor de verhuur van de hoofdverblijfplaats. Een uitspraak wordt eind 2025 of begin 2026 verwacht.

De nieuwe klacht van maart 2024 benadrukt de impact van de Woningwet 2023. Deze wet introduceert voor ingezetenen belastingverlagingen die kunnen oplopen tot 90%, waardoor het potentiële verschil met niet-ingezetenen nog groter wordt. Tegelijkertijd loopt nog een afzonderlijke inbreukprocedure die de Commissie in 2019 tegen Spanje heeft geopend, over de oude korting van 60% voor EU-ingezetenen.

Lees ook: Marokkanen kopen massaal woningen in Spanje

Gezien deze ontwikkelingen wordt buitenlandse eigenaren aangeraden actie te ondernemen. "Zij moeten een terugbetaling aanvragen, want als ze het laten verjaren, is het daarna bijna onmogelijk om hun geld terug te krijgen. Dit gebeurt administratief, door een correctie van de belastingaangifte in te dienen, de aftrek van kosten, de toepassing van het tarief van 19% en ook de korting van 60% voor verhuur als hoofdverblijfplaats die vóór 2023 van kracht was, aan te vragen", adviseert de advocaat. Hij benadrukt de urgentie vanwege de verjaringstermijnen, met name voor de inkomsten van 2021 (per kwartaal aangegeven) waarvan de deadline deze maand nadert, en wijst op de toename van het aantal Britse eigenaren dat na de Brexit wordt getroffen.