Marokkaanse zakenvrouw veroordeeld voor mensenhandel

De vrouw, die de enige bestuurder en aandeelhouder is van Vitilham, een bedrijf dat in 2019 werd opgericht, kreeg twee jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast moet ze de slachtoffers een schadevergoeding betalen en mag ze geen bedrijf meer leiden of besturen. Haar bedrijf kreeg een boete van 50.000 euro voor mensenhandel.

Lees ook: Marokkaans stel veroordeeld voor uitbuiting landgenoten in Frankrijk

De vrouw werd aangeklaagd voor verschillende misdrijven, waaronder mensenhandel, het in dienst hebben van werknemers zonder werkvergunning en het huisvesten van kwetsbare personen in onwaardige omstandigheden. Vier voormalige werknemers dienden een klacht in, maar volgens een advocaat van een van de slachtoffers zijn er nog 48 andere slachtoffers in de regio Libourne en Bordeaux.

Vitilham beloofde de arbeiders een driejarig contract in Frankrijk met een salaris van 1500 euro per maand, een verblijfsvergunning en huisvesting. Om het contract te kunnen tekenen en naar Frankrijk te komen, moesten ze echter tussen de 8000 en 13.000 euro betalen. Eenmaal in Frankrijk moesten de arbeiders onder zware omstandigheden werken, werden streng gecontroleerd en woonden in onhygiënische huizen vol ongedierte, waar ze met meerdere mensen op een kamer sliepen. Ze hadden alleen een dun matras en moesten zelf meubels zoeken op de vuilnisbelt.

De slachtoffers klaagden ook over te lage lonen, onbetaalde overuren en periodes van werkloosheid terwijl ze onder contract stonden. Ze beschuldigden het bedrijf ervan hen geld af te troggelen, niet alleen de duizenden euro’s die ze vooraf moesten betalen, maar ook 2000 tot 3000 euro bij elke verlenging van hun verblijfsvergunning. Werknemers die in opstand kwamen, werden geïntimideerd. Twee van de vier aanklagers werden in de zomer van 2024 onder druk gezet en moesten de regio Gironde verlaten.

Lees ook: Marokkaanse ambachtslieden in Algerije uitgebuit

De advocate van de vrouw erkende dat haar cliënt "lichtvaardig" had gehandeld, maar ontkende de beschuldigingen van bedreigingen en afpersing. De rechtbank volgde echter de eis van het Openbaar Ministerie en veroordeelde zowel de vrouw als haar bedrijf.