Moslims slepen Nederlandse staat voor VN-mensenrechtencommissie

De 82 pagina’s tellende klacht werd bij de VN-mensenrechtencommissie ingediend door Samira Sabir, een Marokkaans-Nederlandse advocate van het Ummah Project, een Nederlands collectief. In de klacht verwijst de groep naar de dagvaarding in 2020 door de parlementaire commissie die in Nederland een onderzoek voerde naar de beïnvloeding door middel van buitenlandse financiering van moslimleiders Hamid Tahiri, Jacob Van Der Blom en Nasr El Dalmanhoury. Deze drie mannen bekleden leidinggevende posities in verschillende moskeeën en moslimverenigingen in het hele land. Hun dagvaarding volgde op het onderzoek van het parlement naar de invloed van geld uit landen als Koeweit, Marokko, Qatar, Saoedi-Arabië, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten.

Lees ook: Nederland: moslims "structureel gediscrimineerd" door banken

De drie religieuze hoogwaardigheidsbekleders werden als getuigen opgeroepen en riskeerden een gevangenisstraf als ze niet zouden getuigen. Volgens hun advocaat, Samira Sabir, werden ze gedwongen om zich als verdachten te verdedigen tegen zeer belastende beschuldigingen, terwijl zij geen enkel misdrijf hadden gepleegd. Zij voegde eraan toe dat de getuigenissen van haar cliënten op verschillende televisiezenders zijn uitgezonden.

"Niet alleen rijst de vraag waarom een dergelijk hardhandig instrument werd gebruikt om buitenlandse invloed te onderzoeken, maar het disproportionele instrument dat werd gebruikt, waarbij getuigen in het openbaar als verdachten en onder ede werden ondervraagd, was volledig onnodig", vertelt Samira Sabir aan Middle East Eye. Ze betreurt dat haar cliënten "niet als getuigen maar als verdachten werden gehoord en zich zonder voorbereiding en zonder de mogelijkheid om echt gehoord te worden moesten verdedigen."

Lees ook: Nederlands algoritme voor visumaanvragen discriminerend

"De dagvaarding had eerder het karakter van een strafrechtelijk onderzoek dan van een democratisch parlementair onderzoek," vervolgt de advocate van het Ummah Project. "In de grondwet van Nederland hebben we afgesproken elkaar niet verschillend te behandelen op basis van religie of kleur. Dat is duidelijk wat hier wel is gebeurd", zei Jacob Van Der Blom in een verklaring.