Alleenstaande moeders in Marokko tweederangsburgers

"In Marokko word je raar aangekeken als men weet dat je een alleenstaande moeder bent", zegt Zineb (schuilnaam), een 19-jarige alleenstaande moeder, tegen de krant El Pais. De jonge vrouw, die iets meer dan een maand geleden is bevallen, woont met haar baby in het opvanghuis van het Nationaal Instituut voor Vrouwelijke Solidariteit (INSAF) in Casablanca. Het centrum herbergt momenteel een twintigtal kinderen van wie de vader onbekend is, en hun moeders die door hun familie zijn verstoten.

Lees ook: Wetsartikel 490 "zwaard van Damocles" boven hoofd Marokkaanse vrouwen

In het kader van de hervorming van het familierecht eisen feministen dat het kind van een alleenstaande moeder het recht krijgt om de naam van zijn vader te dragen, alimentatie te ontvangen en aanspraak te maken op de erfenis. De Raad van Oelema, de hoogste religieuze autoriteit in Marokko, heeft zich op verzoek van Koning Mohammed VI over deze kwestie gebogen en geoordeeld dat DNA-tests om het vaderschap vast te stellen "in strijd zijn met de sharia (islamitische wet)".

"In de 25 jaar dat we bestaan, hebben we ongeveer 15.000 vrouwen opgevangen. Momenteel vangen we er duizend per jaar op, maar we hebben veel meer maatschappelijke steun nodig", legt Amina Khalid (58), secretaris-generaal van INSAF, uit. Het instituut zorgt voor de moeder vóór de bevalling gedurende minstens zes maanden en dekt de kosten van het kind gedurende twee jaar, terwijl het kind daarna nog steeds wordt opgevolgd, voegt Saadi el Allawi (26), hoofd sociale ontwikkeling bij INSAF, eraan toe.

Lees ook: Marokko: de "bittere realiteit" van alleenstaande moeders

Volgens Khalid is "alleenstaande moeder zijn in Marokko een veroordeling tot een leven van discriminatie". Het niet accepteren van DNA-tests als bewijs van vaderschap is een schending van de Marokkaanse grondwet, die de staat verplicht om "gelijke wettelijke bescherming en sociale achting te garanderen aan alle kinderen, ongeacht hun gezinssituatie", zegt Nouzha Skali (73), voormalig minister van Familie (2007 tot 2011). De Economische en Sociale Raad (CESE) heeft expliciet opgeroepen tot erkenning van het recht op DNA-tests als "wetenschappelijk element voor het vaststellen van vaderschap".