Koninklijk pardon cannabisboeren "voelt als een wedergeboorte"

Voor de boeren betekent dit pardon een garantie dat de staat serieus is over de legalisatie van cannabisteelt voor legale doeleinden. Een groep boeren van de coöperatie "Adebibe Al Filahia" vertelt dat er een nieuwe pagina is omgeslagen en dat het vertrouwen is hersteld. Het begin van een nieuw tijdperk is voelbaar in hun woorden en houding.

Lees ook: Koning Mohammed VI pardonneert duizenden cannabisboeren

Deze lokale boeren, verenigd in coöperaties voor de teelt en productie van cannabis voor medische, industriële en cosmetische doeleinden, hebben toestemming gekregen van het Nationaal agentschap voor de regulering van cannabisactiviteiten (ANRAC) om de Beldya-variëteit te telen, beter bekend als kif. Ze zijn sterk gehecht aan deze lokale soort die de regio Ketama zo bekend heeft gemaakt.

In deze regio heeft bijna iedereen wel een familielid of buurman die vastzit of gezocht wordt vanwege cannabisgerelateerde zaken. Ze leefden zelf ook in angst om gearresteerd te worden of genoemd te worden in een van de vele aanklachten. De aankondiging van het koninklijk pardon werd dan ook met immense vreugde, opluchting en dankbaarheid ontvangen.

Nu begint een nieuw leven, vooral voor degenen die toestemming hebben gekregen om Beldya te telen, uitsluitend bedoeld voor farmaceutisch en medisch gebruik. Yassine, een van degenen die gezocht werden en gratie kregen, blikt terug op zijn verleden en kijkt hoopvol naar de toekomst. "Het was een geweldige verrassing van de Koning. Mijn vrienden stuurden me het nieuws via WhatsApp. Ik was overweldigd door vreugde en hoopte dat ik ook zou profiteren. Twee dagen later hoorde ik dat mijn naam inderdaad op de lijst stond. Ik huilde van geluk, net als mijn ouders en familie die mijn beproeving hadden meegemaakt. Wat een verschil met vroeger! Nu kan ik zonder angst en met opgeheven hoofd langs politiecontroles. Ik ben lid geworden van een coöperatie voor legale cannabisproductie en dankzij de vergunning kan ik vrij en comfortabel leven."

Yassine werd meer dan een jaar gezocht voor illegale cannabisteelt in Bni Boufrah, in de provincie Al Hoceima. "Er was een conflict tussen mensen in het dorp; iemand diende een klacht in en tijdens het onderzoek werd mijn naam in verband gebracht met kifteelt, ook al had ik er niets mee te maken. Zo kwam er een arrestatiebevel tegen mij uit," legt hij uit. Yassine wilde koste wat kost niet gearresteerd worden, omdat hij dan zou worden berecht voor recidive. Hij vertelt dat hij al eerder drieënhalf jaar gevangenisstraf had gekregen voor hetzelfde vergrijp, een straf die hij een jaar eerder had uitgezeten.

Lees ook: Marokko’s cannabisboeren komen uit de schaduw

"Dat jaar op de vlucht was misschien wel zwaarder dan mijn tijd in de gevangenis. Het is moeilijk om te leven als voortvluchtige, altijd bang om opgepakt te worden. Ik sliep slecht en elk geluidje deed me denken dat ze me kwamen halen. Ik was doodsbang, kon niet naar de markt, niet reizen, niet eens in een café zitten. Ik moest altijd op mijn hoede zijn, het was een hel. Het is alsof we criminelen zijn, terwijl we alleen maar cannabis hebben verbouwd. We hebben geen andere keuze, we zijn vroeg van school vertrokken, we kunnen niets anders doen. Het is onze belangrijkste bron van inkomsten. Hier telen we al generaties lang cannabis, we kunnen niet zonder om een minimaal fatsoenlijk leven voor onze ouders en kinderen te garanderen," vertelt de jongeman.

"We verbouwen ook andere gewassen, zoals tarwe, maar met de hoge kosten van levensonderhoud is dat niet genoeg. Cannabis helpt ons om extreme armoede te voorkomen. Denk niet dat we rijk zijn. Sommige jaren is de oogst niet genoeg om onze kosten te dekken en zitten we met schulden."

Maar dat is nu allemaal verleden tijd voor Yassine. Op 33-jarige leeftijd kijkt hij hoopvol naar de toekomst. Hij gaat binnenkort trouwen en wil zijn land bewerken voor de legale cannabismarkt.